De pen weer opgepakt!

Mijn laatste stukkie over karpervissen schreef ik een jaar geleden. Zou ik mijn karperpen ooit nog oppakken? Ik wist het niet. Toch kriebelde langzaam weer het schrijversbloed,

zeker in deze warme junimaand. Die alsmaar sterker wordende prikkeling kon ik niet weerstaan. Het is zover, ik neem de karper-pen weer op en zal met deze column regelmatig mijn mening geven over een door de surfers uitgekozen onderwerp.

Om deze korte stukkies lekker leesvoer te laten zijn en mijn standpunt helder uiteen te zetten, zal ik niet schromen om mijn schrijverspen flink te dopen in scherp kritische inkt. Het wezenlijke kenmerk van een column is, dat de commentator zijn mening geeft zonder een blad voor zijn mond te nemen. Hierbij zoekt hij de uiterste grenzen op, overdrijft, doorbreekt taboe’s en schopt hij tegen vanzelfsprekende zaken aan. Als dat ook nog wordt gelardeerd met humor en een berg met zout krijgen we een lekker pittig menu.

Overdreven Belgische karperfoto’s

Ze overspoelen de laatste tijd de karpermagazines en websites. Je ziet ze overal: die schitterende kleurenfoto’s van gigantische karpers, fraai gefocust en totaal beeldvullend. Prachtig of niet? Die karpers tonen weliswaar subliem, maar die karpervissers zien er zo gek uit. Je ziet kleine ronde koppies geplakt op dikke spekruggen. Je ziet, dwergen met dikke worstvingers en superlang gestrekte armen. Je ziet mannen op twee voeten zitten, achteroverhangend, de ellebogen op de knieën en met gestrekte onderarmen een reuzenkarper vasthouden en dat in een wankel evenwicht. Die karper is schitterend, maar dat totale plaatje is absoluut onrealistisch.

Waarom dat opblazen van onze schone karpers tot in het absurde? Waarom moet een 20-ponder 30 pond lijken, of het liefst nog groter? Waarom een 40-ponder 60 pond of liever nog 70 of 80 pond? Die pompeusheid heeft toch niets te maken met die wondermooie schoonheid van een karper?

De enige reden die ik kan bedenken, is het EGO van de man erachter, ofwel de angst om in de scene niet mee te tellen, of niet voor vol te worden aangezien, of de sponsor te plezieren.

Natuurlijk ontkent men dat, maar feit is wel, dat het een ware volkssport is geworden om elkaar met de grootste karper op een foto te overtroeven. Dat gebeurt dus niet op de eerste plaats door gewoon een grote vis te vangen, maar vooral door sneaky camerawerk en allerlei gecamoufleerde vasthoudtrucjes.


Mijn stelling:

laten we nou eens ophouden met die onzinnige machocultuur! Ik ben echt niet de enige die zich hieraan verschrikkelijk ergert. Is het niet gewoon veel mooier om de lezer prachtig realistisch foto’s te laten zien, om hem als het ware te kunnen laten voelen, tasten en ruiken hoe gigantisch een 30 of 40-ponder echt is? Dat toch is het toppunt van ware schoonheid en niet dat drogbeeld? Of waren een aantal getructe karpers niet zo groot?

Al die beeldvullers leiden tot één ongelooflijke eenheidsworst! Al die foto’s lijken op elkaar! Wie ziet er nog verschil tussen een 30’er, een 40’er of een 50’er? Als je een dergelijke foto hebt gezien, heb je ze toch allemaal gezien? Beeldvullender dan beeldvullend kan toch niet? Tja, en over de na-apers spreek ik dan maar niet, die denken dat het blijkbaar weer zo hoort. Nou, dus mooi niet!

Gelukkig zijn er ook nog karpervissers die pertinent weigeren mee te doen aan dit karperonwaardige spektakel. Zij tonen hun giganten realistisch op de foto’s. Deze vissen kan ik proeven en voelen zonder op mijn hoede te hoeven zijn voor trucjes. Mijn welgemeende complimenten voor het wonderschone fotowerk van Terry Hearn en onze eigen Nederlandse vedetten John van Eck en Herman Coenen, die hun superresultaten nooit verkwanseld hebben aan karperonwaardige overdrevenheid. En als we echt heel grote karpers vangen, is realistisch fotograferen ook niet moeilijk. Dan kunnen we weer genieten hoe gigantisch zo’n karper van 30, of 40 pond werkelijk is.